Aanpassen (het gras danst)

Aanpassen (het gras danst)

Er echt bij horen vraagt niet van ons dat we veranderen wie we zijn.
Het vraagt juist van ons dat we zijn wie we zijn.

— Brené Brown

Ik dacht, dat doe ik even, een blog schrijven over ‘aanpassen’. Over rollen spelen. Maar valt dat even tegen!
Tuurlijk, ik kan best rollen opnoemen die ik gespeeld heb hoor: die van pleaser en van underdog, bijvoorbeeld. Altijd maar iedereen het naar de zin willen maken. Altijd mijzelf op de laatste plaats zetten. Mijzelf klein praten.

Maar dat is niet waar ik het over wilde hebben. Het ging mij om de rollen die iemand vanuit hoogbegaafdheid aanneemt. Stil blijven als je een oplossing ziet, omdat men ‘je toch niet begrijpt’. Ook stil blijven als je iets ziet wat wringt, omdat je denkt dat er direct een oplossing van je verwacht wordt als je het probleem aankaart. Dat herken ik allebei ook.

Toch gaat deze blog ook niet helemaal die kant op. Ik laat me leiden door wat erin mij opkomt.

Opgroeiend leerde ik vooral mijzelf niet op de voorgrond te zetten, want ‘dat deed je niet’. Je liep niet met jezelf te koop. Dat ik überhaupt dirigent ben geweest van een kinderkoor en een jeugdorkest is vanuit dat oogpunt nog best bijzonder. Maar… dan ging het om kinderen, terwijl ik de volwassene was. Om leerlingen, terwijl ik de kennis had. Dat was makkelijker.

Zo speelde ik vroeger op de lagere school ook het liefst met de kinderen uit de lagere klassen. Onder het mom van ‘helpen’. Ondertussen voelde dat voor mij gewoon veiliger, omdat die kleintjes tegen mij op keken, terwijl ik door leeftijdsgenootjes meer gepest werd dan wat anders.
Je gaat door dat pestgedrag echt denken dat je niets waard bent hoor. Ook al zegt je moeder nog zo vaak: “joh, ze zijn gewoon jaloers!” Ergens zat daar een kern van waarheid in, want het leren ging mij veel gemakkelijker af dan mijn klasgenootjes. Maar het werd ook toegepast op kleding: als ik weer eens liep in iets wat mijn moeder had gemaakt, terwijl de rest de nieuwste mode uit de winkel droeg, waren ze zogenaamd ook jaloers…

Gek eigenlijk, als ik dat nu zo opschrijf, want juist met dat stukje kleding had ik me zooo graag aangepast, toentertijd… Terwijl ik nu denk: was ik maar zo sterk geweest om mij er niets van aan te trekken. Om het van mij af te laten glijden. Maar dat lukte niet. Ik kan nu soms nog jaloers zijn op mensen die dat dus wél kunnen. Vooral mensen die staan voor wie ze zijn en tegelijk de ander ook in zijn of haar waarde laten. Dat zijn echt de sterksten, vind ik dan.

Erbij willen horen is vaak de grootste reden van aanpassing. Waarom willen mensen dat eigenlijk? Is dat het beroemde kuddegedrag?
Kuddegedrag heeft een negatieve klank, maar het klopt ergens wel. Mensen zijn van nature sociale wezens. In feite móest je in vroeger tijden wel een plaats binnen een groep hebben om simpelweg te kunnen overleven. Het zal nog in ons DNA zitten, waardoor we verstoting en eenzaamheid nog steeds ondraaglijk vinden.

Maar, hoe tegenstrijdig het ook klinkt, wanneer je jezelf bent, is de kans het grootst dat je in een groep wordt opgenomen. Jezelf forceren om ergens bij te horen werkt niet. Een groep voelt namelijk instinctief aan of iemand ‘echt’ is of niet. En met jouw echte eigenheid kun je op de juiste plek binnen de groep het beste functioneren.
Zouden die pesters hebben aangevoeld hoezeer ik mijn best deed om erbij te horen? Waardoor het juist niet lukte?

Het is voor mij nog steeds een openbaring dat ik, sinds ik mij niet meer verstop achter mijn vak, op mijn werk veel meer tot mijn recht kom. Natuurlijk blijf ik mijn vak verdedigen, want muziek is helaas nog steeds iets waar in de grote lijn op scholen het belang niet van wordt gezien. Maar mijn vak verdedigen is iets anders dan mijzelf verdedigen. En dat is een conclusie die ik nog niet eerder zo heb getrokken. Ik geef mijn vak, ik ben niet mijn vak. Ik ben veel veelzijdiger. Naast muziekjuf ben ik ook tekenaar, schilder, schrijver. Vind ik het interessant om de eigenheid van kinderen in het licht te zetten.

Ik denk wel dat het nodig is dat in veel situaties oog blijft voor juist degenen die ‘buiten de lijntjes kleuren’, die meer zien dan anderen. Zodat zij het gevoel krijgen dat ze mogen zeggen wat hen op het hart ligt, zonder zich daarbij onveilig te voelen. Denk aan werknemers die echt gezien worden door hun leidinggevenden. Maar ook aan kinderen die gezien worden door leerkrachten en leraren. Ik ben nog steeds enorm dankbaar voor mijn juf uit de eerste klas lagere school, die mij – tot ver na mijn schooltijd – altijd heeft gezien voor wie ik was.

Afgelopen weekend was het Kunstweekend van Kunstroute Hoogland. Eigenlijk heb ik mijzelf daar voor het eerst horen praten over wat ik allemaal doe zonder mijzelf daarbij te verdedigen. “Divers? Het is een kijkje in mijn hoofd!” zei ik lachend. Gemeend. Want ik vind het zelf tegenwoordig alleen maar leuk dat ik zoveel kanten van mijzelf kan laten zien.
En zie.. ook daar merkte ik meer acceptatie in de groep. Mensen waarvan ik dacht dat ze mij niet goed genoeg vonden (stiekem vond ik natuurlijk mijzelf niet goed genoeg, of dacht ik niet te kunnen tippen aan…), stonden erg open voor wat ik maak. Er was veel meer contact. Wat een openbaring. Manifestatie. Heb je het weer, dat woord…

Afbeelding: Pluimen, acryl op canvas, 60 x 80 cm. Omdat ik mijzelf een pluim wil geven voor hoe ik nu in het leven sta.
Het schilderij doet mij ook denken aan mijn kleindochter, die een paar jaar geleden bij hoog wuivend gras zei: “oma, het gras danst!” en een stukje ging meedansen. Lieve schat, blijf vooral meedansen met al het moois dat op je pad komt.


Ontdek meer van Making Things Bearable

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*