Groeien 2

Bomen die langzaam groeien, geven het beste fruit. Aldus Molière. Het schijnt in de natuur niet echt te kloppen, maar het is wel een mooie metafoor voor de groei van mensen, bijvoorbeeld.
Daar wil ik wel eens over filosoferen…
Als ik denk aan snel of langzaam groeiende bomen, denk ik niet direct aan het fruit, maar wel aan het hout dat zij kunnen leveren. Ik weet dat het sterkste hout komt van bomen die langzaam groeien. In hun stam zitten meer vezels en het hout is dichter van structuur. Hoge bomen vangen veel wind, is het gezegde, vandaar ook dat snelle groeiers – die dus snel hoog staan – het zogeheten waaibomenhout leveren 😉
Van bomen naar mensen. Kinderen die de kruipfase overslaan, zouden daar ontwikkelingen door missen, wat hun later duur zou komen te staan. Vroeger werd dat als waarheid aangenomen; gelukkig wordt daar tegenwoordig genuanceerder naar gekeken. Het is eerder andersom: kinderen met bijvoorbeeld dyslexie zouden heel goed hun kruipfase overgeslagen kunnen hebben.
Dat vind ik sowieso een goede ontwikkeling in het kijken naar kinderen: niet meteen roepen dat er dan vast wel iets mis zal gaan, maar kijken wat er gebeurt. En de wetenschap van dat overslaan alleen gebruiken als verklaring voor als er echt iets is.
Toch heeft het ook wel een andere kern van waarheid. Als je (te) snel groeit, mis je de fases die zoveel kunnen toevoegen aan je persoonlijkheid. Kinderen die door omstandigheden snel volwassen worden – door ziekte van ouders, door verlies, door oorlog – missen uiteindelijk vaak de periode waarin ze echt kind hadden kunnen zijn.
Gek idee, want iedereen wil altijd zo graag volwassen worden… Het kinderlijke wordt er veel te snel af geconditioneerd. Op school ook: hoe snel kleuters al letters moeten kennen, bijvoorbeeld… Terwijl lang niet elke kleuter daar al voor openstaat. Ik zeg niet dat je het ze niet moet leren. Het is meer dat je ze niet hoeft te dwingen. Kind mogen zijn, mogen spelen, het is zoo belangrijk voor hun persoonlijke ontwikkeling. Zichzelf mogen zijn. Niet zo jong al in een keurslijf (überhaupt liever niet, maar dat is een ander verhaal)…
Ik betrap mijzelf er ook op hoor, tijdens het lesgeven. Dat ik dingen van ze vraag die komen uit de ‘regels van de volwassen wereld’. Natuurlijk, als school bereid je ze voor op die wereld. Maar wat is eigenlijk een betere voorbereiding dan ze te leren zichzelf te durven zijn? Ze te laten voelen dat je jezelf mag zijn? Mijn beste lessen, durf ik wel te zeggen, zijn de lessen waarin de kinderen mijn hele plan een andere richting op sturen. Waar we via ritmes tikken met ritmestokjes, terechtkomen bij het vormen van letters met die stokjes. Ik noem dat voorbeeld wel vaker. Of wanneer ze beginnen te dansen bij een liedje waarbij ik eigenlijk de zang centraal had staan. Als ik ze de ruimte geef, komen daar de leukste dingen uit én hebben ze uiteindelijk het liedje zo vaak gehoord, dat ze het aan het einde van de les allemaal kunnen meezingen.
Planten en bomen groeien naar het licht. Ik geloof erin dat wij mensen dat ook doen. Heel grappig, als je googelt op ‘mensen groeien naar het licht’, krijg je een AI uitleg die begint met een verhandeling over het nodig hebben van licht voor vitamine D 😊 Daarna staat er dat het ‘metaforisch ook wel wordt gebruikt voor’ het aangeven dat je door persoonlijke groei en bewustzijn naar een positie van meer helderheid en licht komt. Laat ik me nou erg kunnen conformeren aan die metafoor…
Als ik naar mijzelf kijk, dan heb ik de afgelopen 7 jaar (ongeveer) het kind in mij weer in het licht gezet. Mijn volwassen ik is natuurlijk gewoon gebleven, maar heeft meer inhoud gekregen door mijn binnenkind uit de vergetelheid te halen.
Wat ik nog wel lastig vond tijdens mijn coaching is, dat ook wel werd gesproken over het herkennen van een zogeheten kind-reactie en het vervangen daarvan door een volwassener kijk op de dingen. Het leek in mijn gedachten dus eerst alsof ik dat kind wel mocht erkennen, maar dan toch snel moest overstappen op mijn volwassen ik.
Dat ligt uiteraard genuanceerder. Als een kind-reactie mij in de weg zit, is het zaak dat ik die (h)erken en er met mijn volwassen brein een betere oplossing voor bedenk. Soms is het zelfs handig om ‘mijn binnenkind thuis te laten’, als ik naar een situatie ga waarin ik kans loop dat er nare herinneringen getriggerd worden. Dan kan ik daar beter een volwassen licht op laten schijnen, waardoor ik er makkelijker mee kan omgaan.
Toch blijf ik graag ‘als een kind’. Zo oordeelloos als mogelijk. Open voor al het moois in de wereld.
Mijn binnenkind heeft me inmiddels al een hele serie leuke kinderboeken opgeleverd. Denken als een kind, helpt als je voor jonge leeftijden schrijft en tekent. Panda en Beer zijn daar goede voorbeelden van. Maar – ja, daar komt ie weer – mijn laatste boek, Paradijsvogelplein, is wel het allermooiste voorbeeld tot nu toe. Mijn binnenkind mocht ‘los’. En ik tekende en fantaseerde, want alles mocht en kon. Het mooiste is nog, dat ik er daardoor onbewust een boodschap vanuit mijn diepste kern heb ingestopt: iedereen mag zijn zoals die wil zijn. Iedereen is mooi zoals die is. En ik wens iedereen dat die zich thuis mag voelen bij zichzelf. Ik heb dat thuis-bij-mijzelf-gevoel de laatste jaren steeds meer. Ik groeide (en groei nog steeds) langzaam naar het licht.
Afbeelding: We still grow. Een schilderij met fantasiebloemen, waarbij ik het gelijknamige nummer van Gare du Nord erg vind passen. Luister het hier. Het schilderij is acryl op doek, 60 x 80 cm en inmiddels ingelijst te koop via mijn webshop.
P.S. Ondertussen groeit mijn aantal blogs gestaag, maar het aantal abonnees nog niet! Tijdens het lezen krijg je zo’n irritante pop-up, waarmee je je kunt abonneren door je mailadres op te geven. Heb je die weg geklikt? Geen nood, onderaan de blog staat het ook. Ik verzeker je, het zijn alleen de blogs die je in je mailbox krijgt, geen reclame. Doen dus 😉
Ontdek meer van Making Things Bearable
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Geef een reactie