TONEN

TONEN

Gisteravond was ik te gast bij het Literair Diner Hoogland. Het voelde als een hele eer om hiervoor te worden uitgenodigd. Want wat moest ik met mijn kinderboeken bij iets literairs?
Gelukkig werd mij bij de uitnodiging al uitgelegd dat dat heel logisch was: het is Kinderboekenweek, dus dan past een kinderboekenschrijver heel goed bij zo’n bijeenkomst.
Het was mooi om hier bij te zijn. Tussen de gangen van een heerlijk diner door, werden steeds mensen geïnterviewd die iets met Hoogland én met schrijven te maken hebben.
Ik was als laatste aan de beurt. Na het verhaal van een boek over het werk van een beeldhouwster. En na het boek over de 30 namen op De Naald van Hoogland. Over oorlogsslachtoffers. Dat was erg indrukwekkend. En tijdens het eten vond ik het toch wel steeds spannender worden. Want paste ik daar nou echt wel bij??
Juist dat eten tussendoor maakte het eenvoudiger om te wisselen tussen de heel diverse onderwerpen. Ik mocht de avond afsluiten met mijn vrolijke kinderboeken. Het interview verliep soepel en het enthousiasme in de zaal was fijn.

Het gesprek met mijn interviewer ging nog wel iets verder dan alleen de boekjes. Hoe kwam ik bijvoorbeeld aan mijn karakters Beer en Panda? Ik moest daarvoor terug naar de periode van mijn burn-out. In die tijd was ik begonnen om mijzelf als klein meisje te tekenen, met haar beertje als houvast. Via die tekeningen kon ik uiten hoe ik mij voelde.
Toen een paar jaar later mijn oudste kleindochter een voorliefde toonde voor de bekende Ikea-panda, ben ik ook Panda gaan tekenen.
Het idee om dat in boekvorm te gaan doen, lag aardig in mijn lijn. Vroeger schreef ik ook al graag en een kinderboek maken leek me toen al geweldig.

Een andere vraag ging over de lotus in mijn bedrijfslogo. Die mocht ik toelichten met behulp van het gedicht, dat ik erbij had geschreven op mijn website:

Lotus groeit
overal
in helder water
of in een modderpoel
en overal
brengt zij schoonheid
want puur en zuiver

Voor mij
symbool van puur
en zuiver
mijzelf willen zijn
mogen zijn
overal

Die tekst zegt het eigenlijk allemaal. Want als er één ding is dat ik vanuit mijn donkere periode heb geleerd, door coaching,  is het dat ik mag durven tonen wie ik ben. Wat ik kan. Waar mijn passies liggen. Precies, meervoud. Want je kunt echt meerdere passies hebben. Je kunt echt ook goed zijn in meerdere dingen tegelijk. Iets wat ik eerder nooit durfde te roepen. Want joh, dat had toch niemand? Dat was toch opschepperig? En opscheppen deed ik niet. Ik had geleerd dat dat niet zo hoorde.
Is het ook echt opscheppen dan? Welnee. Je kunt wat je kunt. Als dat op meerdere vlakken ligt, is dat gewoon een feit.
Overigens is die lotus één van de eerste schilderijen die ik maakte en mij daardoor erg dierbaar.

Vanmorgen was ik voor de tweede keer te gast op basisschool De Malelande, om in de groepen 1 t/m 5 voor te lezen uit mijn Paradijsvogelplein. In het kader van de Kinderboekenweek.
Zo leuk om te doen. Hele enthousiaste reacties van zowel de kinderen als de leerkrachten. Ik vond het vooral grappig om te merken dat ik in de groepen 5 in eerste instantie wat scepsis proefde. Ik kwam immers aanzetten met een prentenboek. Veel kinderen van die leeftijd vinden zichzelf daarvoor eigenlijk te groot. Totdat ik ging voorlezen.
Ik had hun vooraf gevraagd of ze tijdens het luisteren eens wilden nadenken over de boodschap die er in mijn boek zit. Dan kwamen er toch antwoorden als: je mag je niet eenzaam voelen, iedereen hoort erbij, je bent allemaal anders… Heel goed geluisterd dus! Een beetje lacherig werd er gereageerd als ik zei dat zij zelf ook allemaal paradijsvogels waren. Maar met bijval van de juf waren ze het er toch wel mee eens dat iedereen anders is en dat dát nou net de klas gezellig maakt. Kleur geeft. Missie geslaagd.
Nu mogen de kinderen hun eigen paradijsvogel maken. Inkleuren of zelf tekenen. Ieder mag doen wat die fijn vindt. Ik hoop op juffen die de kunstwerken van de kinderen zullen fotograferen, zodat ik ze in een filmpje kan zetten met het bijbehorende liedje eronder. We gaan het zien.

Wat ik me wel besefte bij die klassenbezoeken is, dat ik naar die kinderen toe niet zoveel moeite heb om te vertellen wat ik allemaal doe. Ik ben er trots op. Ik vertel erbij dat ze zelf ook meer kunnen dan ze denken en dat ze het gewoon mogen dóen.
Naar volwassenen blijft dat nog steeds wel een beetje lastiger. Hoewel ik ook merk dat het me toch wel steeds gemakkelijker afgaat. Ik vertel immers gewoon hoe het is. Waarom zou ik daar omheen draaien? Ik mag er gewoon zijn met alles wat ik kan.
Ik mag gewoon puur mijzelf zijn. Het kind in mij mag gewoon aangesproken worden op haar fantasie. Want dat is in mijn laatste boek nog wel het meest gebeurd. Bij Panda en Beer was het nog dat ik die figuurtjes liet spreken. Nu was mijn binnenkind zelf aan het woord en tekende ik daardoor de meest fantasievolle vogels en hun huisjes. Ik zei dat gisteravond ook, op de vraag hoe Paradijsvogelplein was ontstaan: “het kind in mij mocht los!”

De positieve reacties die ik van volwassenen krijg, gaan dan ook vaak over hoe ik mijzelf nu toon in mijn werk. In mijn creativiteit. En joh, wat ben ik daar trots op!

Afbeelding: het meisje met de beer. Uit 2019. Toen ik net een beetje uit mijn schulp kroop. Want eerder had het meisje geen gezicht… zat ze meestal verstopt in de capuchon van haar trui. Nu kijkt ze op en houdt ze een potlood vast. Met Beer aan haar zij durft ze te tonen dat ze graag tekent. Op haar eigen manier.


Ontdek meer van Making Things Bearable

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*