Moeten
Boven deze blog staat een Engels gedicht, wat ik geweldig vind.
Het kwam boven toen ik weer eens bedacht wat ik allemaal ‘moest’. Lopend door het huis om alles af te sluiten voordat ik naar bed ga. Dat je dat moet, alles op slot. Soms staat me dat tegen.
Het gevoel van dingen moeten doen ‘omdat het zo hoort’, ‘omdat het anders niet veilig is’, ‘omdat het van je verwacht wordt’, of ‘omdat niemand anders het doet’… Klein Orkest zong er ook al over.
Toen ik een jaar of 7 geleden in mijn burnout tijd in Engeland was voor n weekje, zei de gastvrouw van mijn cottage dat: “dust if you must”. En ik begreep de zin heel goed. Als het dan zo nodig moet… dat idee. Dat het een gedicht was, wist ik toen nog niet, dat ben ik later pas gaan opzoeken toen zij vertelde waar de zin vandaan kwam.
Wat het gedicht vertelt, vind ik mooi. Er is zoveel moois te doen, te beleven. Waarom vast zitten in alles wat moet? Dood gaan we allemaal, hopelijk op een respectabele leeftijd. Dus wat ben je aan het doen? Leef!
Moeten is een gek woord. Je gebruikt het zo snel. Sneller dan je zou willen, eigenlijk.
In mijn huidige coaching leer ik ‘moeten’ vervangen door ‘gunnen’. Ik gun mijzelf…
Niet meer: ik moet zus of zo, ik mag niet dit of dat. Het is de bedoeling dat de dingen meer op een natuurlijke manier gaan. Omdat ik iets wil. Niet omdat ik iets van mijzelf moet.
Best lastig hoor, zo nu en dan. Denk aan eten: het is zo gewoon om te roepen dat je iets niet mag eten. Maar sinds ik het ben gaan omzetten in ‘ik wil dit niet, of ik heb de behoefte niet’, merk ik hoe negatief dat ‘niet mogen’ eigenlijk werkt. Ik weet nog dat mijn moeder het verschrikkelijk vond als ik ergens van zei ‘dat het niet mocht van mijn moeder’. Ik snapte dat niet, want het was toch zo? Nu begrijp ik het wat beter.
Ik denk steeds meer na over hoe het zou zijn als iedereen naar elkaar zou luisteren. Als mensen belangstelling zouden hebben voor elkaars verhaal. Zonder eroverheen te schreeuwen. Zonder hun gelijk te willen halen. Zonder te praten over ‘hoe het moet’. Open staan voor wat een ander jou te vertellen heeft. Jouw eigen verhaal ook mogen vertellen. Hoe anders zou de wereld er dan uitzien…
Nee, weer geen politiek verhaal hoor. Daar waag ik me niet aan. Meer een utopisch idee. Waarvan ik vind dat iedereen dat mag hebben. Gelukkig weet ik dat er meer mensen zo over denken.
Ik lees in de nieuwsbrieven van Merlijn Twaalfhoven over initiatieven voor buurtgesprekken. Waarin iedereen mag vertellen en verder alleen luistert. Als ik daaraan denk, lijkt me dat zo ongelofelijk moeilijk in de maatschappij van nu. Kunnen we dat nog wel? Alleen openstellen? Niet oordelen?
Maar wat zou ik het graag willen. Af van al dat geoordeel. Al die vooroordelen. Al het beter willen zijn dan de ander. Ik denk dat de boodschap van Merlijn mij daarom zo aanspreekt.
In de projectgroep die ik op mijn werk doe, met een aantal meiden uit groep 8, hebben we de mooiste gesprekken, naar aanleiding van een werkboek dat heet: Denken en Voelen (Eduforce). Ze voelen zich blijkbaar veilig, want er wordt veel gedeeld. En tot mijn verbazing wordt er vooral geluisterd als iemand haar verhaal doet. Zelf doe ik dat ook, luisteren, soms ook vertellen, maar zeker niet oordelen. Misschien straal ik dat uit, geen idee. Het is prachtig als een meisje iets persoonlijks durft te vertellen. Als er eentje haar tranen durft te laten lopen, omdat iets haar raakt. Het mogen dan pre-pubers zijn, waar iedereen het zijne (hare) van verwacht. Deze meisjes laten zien dat het nog kan. We trekken met deze groep vaak niet eens conclusies. Maar nemen elkaars verhalen mee het leven in. Erg fijn om mee te maken.
Kleine kinderen zijn nog enorm aan het uitvinden ‘hoe alles moet’. We leren ze regeltjes. We doen ze voor hoe alles werkt. En zij kopiëren. Soms merk ik dat dat in mijn hoofd botst, tegenwoordig. Zelf ben ik ook zoo opgevoed met ‘hoe het hoort’, dat ik uit gewoonte mijn kleinkinderen en ook de kinderen op school met die regeltjes confronteer. Maar toch. Als ik het wat losser laat, komen er vaak veel mooiere resultaten. Krijgen we een origineel muziekstuk met een groep 7. Snoer ik een wijsneus uit groep 8 niet de mond, maar krijg ik hem met een grapje bij de les. Zo werken met een grote groep, is echt wel een uitdaging. Maar ik ga er wel voor. De kinderen op school ‘moeten’ al genoeg…
Kijk ik naar hoe het thuis gaat, dan denk ik aan mijn jongste kleindochter die hier vanmorgen was. Die, toen ik iets te knutselen verzon, daar een compleet eigen draai aan gaf. Wat nou ‘de muts van Piet versieren met kleine stukjes papier’? Zij knipte grote stukken en plakte die met heel veel plakband waar zij vond dat het mooi was. De lijmstift liet ze links liggen. Piet kreeg ook ‘een hele grote pleister op zn mond’ (ze kent het liedje Dokter, van Jeroen Schipper). Ik heb dus maar wijselijk niet meer gezegd hoe ik had bedacht dat het ‘moest’. Dit was veel leuker.
Dus: dust if you must. Maar dat stof, dat ligt er morgen ook nog. Kun je dan ook nog stofzuigen…
Deze keer geen eigen afbeelding. Ik vond de tekst van het gedicht zo sprekend, dat ik er een mooie versie van online heb gezocht.
Ontdek meer van Making Things Bearable
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Geef een reactie