Vliegen

One day I’ll fly away…
Vliegen… waar gaat dat over? Vleugels hebben? Boven alles uitstijgen? In het vliegtuig stappen en een droomreis maken? Super snel zijn? Vrijheid?
Bij Randy Crawford ging het om het wegvliegen van een liefde die niet meer paste. Voor mij zegt het: “ooit vlieg ik de vrijheid tegemoet”, als ik dat iconische zinnetje in mijn hoofd hoor: One day I’ll fly away…. Sorry als je het nu ook niet meer uit je hoofd krijgt 😉 (vind jij die hobo ook zo mooi, in de begeleiding?)
Vliegen voelt als vrij zijn. Een vogel die in de lucht alle vrijheid heeft om te gaan waarheen hij wil. Bij roofvogels is het nog mooier, die kunnen zo zweven op de luchtlagen.. hoe vrij moet dat voelen.. Alleen, een vogel voelt dat zelf niet, vrees ik. Die is op zoek naar eten en een veilige plek om te slapen. Of om een nest te bouwen. Meer niet.
Het zijn wij mensen die daar die vrijheid in zien. We zouden wel willen kunnen vliegen…
Peter Schaap zong er in 1975 al over: ‘Vliegen als een vogel’, een ode aan een luchtvaartpionier. Leuk om de tekst eens te beluisteren, want hoe gewoon het voor ons nu is dat er vliegtuigen door de lucht gaan, dat is ooit ergens mee begonnen… een wens, een uitdaging. Om dat te kunnen wat de vogels doen.
Toch functioneert een mens het beste met vaste grond onder de voeten. Zo zijn wij nu eenmaal gebouwd. Het is een kwestie van datgene willen dat je niet hebt. Wij kunnen niet vliegen en dus willen we dat. Net als iemand die krullen heeft graag stijl haar zou willen en andersom. Rare wezens, die mensen.
Mijn nieuwe prentenboek gaat over vogels. Die vliegen niet eens, maar bouwen huisjes. Het zijn dan ook fantasievogels. Als ik ze de kans had gegeven, hadden ze misschien best wel gevlogen… Nu laten ze vooral zien hoe ze zich thuis voelen bij zichzelf. Want al die huisjes matchen met de vogels die er wonen.
In dit prentenboek nam mijn fantasie een vlucht. De vogels zijn puur verzonnen. De ene keer bedacht ik eerst de vogel en dan het bijpassende huisje, de andere keer andersom. Er zit er eentje bij met een kaboutermuts op, omdat ik zo graag een paddenstoel-huisje erbij wilde hebben 😊 Het voelde vrij om zo een boek te maken.
Nu het boek klaar is, moet ik het loslaten. Een eigen vlucht laten vliegen. Lastig hoor, want ik zou het liefst elk boek persoonlijk aan een koper willen overhandigen. Van mij voor jou. Dat idee. Maar dat gaat natuurlijk niet en moet ook niet. Als dit boek op zichzelf een weg vindt in de boekhandels, is mijn missie geslaagd. Het is net een kind… dat je alles meegeeft wat je hebt en vervolgens zijn of haar eigen vleugels uitslaat. Als het goed landt, is je missie als ouder geslaagd. Als je ziet dat jouw kind zijn/haar plek heeft gevonden, zichzelf kan zijn. Gelukkig is. Dan ben jij dat ook.
Ik besef me maar al te goed dat dat niet voor iedereen is weggelegd. Soms staat je wieg niet op de beste plek. Soms heeft die niet op een veilige plek gestaan, waardoor het doorgeven van die veiligheid voor jou een hele opgave is. Des te meer kan ik genieten van mijn eigen dochters, die volgens mij behoorlijk goed zijn geland.
Als je op Spotify ‘vliegen’ intypt en dan nummers zoekt, gaan ze allemaal over vogels, vliegtuigen of vliegers. Veel zijn kinderliedjes. En zo niet, dan vliegt er vaak een geliefde weg en gaat het over liefdesverdriet. Doe mij dan maar die kinderliedjes. ‘Vliegen’ van Jeroen Schipper vind ik erg mooi. Willen vliegen, maar het niet kunnen, omdat je nu eenmaal geen vogel bent. Alleen in je dromen, dan kan alles… (let bij het luisteren op die geweldige zingende zaag!)
En wie kent niet ‘De Vlieger’ van André Hazes… niet helemaal mijn muziek, maar het is eigenlijk best ontroerend als een kind een briefje aan een vlieger bindt, om naar zijn overleden moeder te sturen…
Trijntje Oosterhuis zingt:
Laat je hoofd niet hangen, ook al heb je verdriet
De wereld is zo slecht nog niet, het is wat jij erin ziet
En daarna laat ze je met haar meevliegen naar waar je nog nooit bent geweest, het avontuur tegemoet: ‘Vlieg met me mee’. Geen kinderliedje. Wel een uitnodiging om te durven leven, zo zie ik dat.
Er bestaat een kinderboek dat heet ‘Coco kan het’. Dat gaat over een kleine vogel die zou moeten uitvliegen, maar dat niet durft. Een favoriet boek van mijn kleindochters, want de gevaren die Coco ziet worden wel heel grappig verwoord en uitgebeeld. Totdat ze (of hij?) een schop krijgt van moeder vogel en ontdekt dat haar vleugels sterk genoeg zijn om haar te dragen. Er gaat een wereld voor haar open.
Ik vind het een mooie manier om kinderen te laten zien dat gevaar bestaat, maar dat je sterk genoeg bent om dat op je eigen manier te kunnen oplossen. En ja, soms heb je even een zetje nodig om een stap te zetten. Moeder Coco ontkent niets van de gevaren die haar kind ziet, maar moedigt alleen aan om het toch eens te proberen. Dat vliegen.
Ik zou ieder kind zo’n moeder wensen. Die met je meegaat in hoe je de wereld ervaart. Maar je ondertussen ook aanmoedigt om je eigen kracht te gebruiken. Zodat je kunt vliegen.
Afbeelding: I fly. Acryl op doek, 60 x 80 cm. Gemaakt terwijl ik ook nog met mijn prentenboek bezig was. Blijkbaar vloog ik, in die periode…
Ontdek meer van Making Things Bearable
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Geef een reactie