Denken

Het is inmiddels alweer dik 5 jaar geleden dat ik dit gedicht schreef. In een workshop Poëzieposter maken, met Mary Heylema. Ik heb deze poster ingelijst aan de muur hangen. Het herinnert mij eraan hoeveel ik in mijn hoofd kan zitten. Het laat me ook zien dat ik via mijn kunstuitingen juist uit dat hoofd kan komen.
Veel denken en analyseren is een kenmerk van hoogbegaafdheid. Een kenmerk wat erg bij mij past. Inmiddels ben ik er achter dat de mooiste kunst (bij mij) juist ontstaat als ik dat denken loslaat. Niet gemakkelijk, kan ik je zeggen. Maar ik voel nu wanneer het gebeurt. Mijn schilderijen bijvoorbeeld, die stagneren of ‘worden het niet’ als ik teveel bedenk wat het moet worden. Als ik het toelaat om te gebeuren vanuit intuïtie, komen er – vaak heel andere dan ik in eerste instantie dacht – mooie dingen uit. Op momenten dat me dat lukt, kan ik genieten van wat er onder mijn handen ontstaat en dát laten bepalen welke kant het opgaat. Dat kost soms wat lagen verf, maar dat is juist het mooie. Die gelaagdheid geeft een schilderij karakter.
Het is overigens ook een reden dat ik graag met acrylverf werk. Dat medium laat heel makkelijk toe dat je laag over laag werkt. Je brengt er ook vrij makkelijk structuur in aan, die dan in volgende lagen nog blijft doorwerken. Ik houd daarvan.
Vroeger kreeg ik mee: eerst denken, dan doen. Want als je niet goed had nagedacht over je acties, pakten die geheid verkeerd uit.
In veel gevallen klopt dat ook wel. Het is ook slim om niet roekeloos dingen te doen of te zeggen, maar eerst erover na te denken. Plannetjes te maken. En als je nadenkt voordat je praat, flap je er ook niet zo snel iets uit waarvan je later spijt kunt krijgen.
In net zoveel gevallen – denk ik – is het zo dat je het denken juist beter achterwege kunt laten. Net als met die schilderijen: uit intuïtie ontstaan de mooiste dingen.
Daarbij is er het risico van over-analyseren en invullen voor anderen. Ja, een pot NIVEA (Niet Invullen Voor Een Ander) heb ik nog steeds bij de hand hoor. Hardnekkig trekje. Ik merk inmiddels wel dat, hoe langer ik wacht met checken of het wel klopt wat ik denk, ik steeds verder van de waarheid af drijf.
Ik ben blij dat ik dat nu merk. Van muggen olifanten maken heb ik lang genoeg gedaan. Vind ik. Dat opmerken, is het begin van verandering.
In mijn kunst, zowel het schilderen/tekenen als het schrijven/componeren, heb ik geleerd om de controle los te laten. Natuurlijk lukt me dat nog lang niet altijd, maar zoals ik zei: ik voel nu wat er gebeurt.
Hoe mijn schilderijen dan uitpakken, kun je zien in de collectie die ik in mijn webshop heb staan.
Het tekenen vind je terug in mijn kinderboeken. Toen ik heb losgelaten dat alles wat ik maak, volwassen moest zijn, kreeg mijn binnenkind de kans en ontstonden spontane illustraties.
Zo ook het schrijven. Loslaten dat er regeltjes aan verbonden moeten zijn. Schrijven vanuit de kern en bijschaven waar nodig. Nodig betekent dan dat het beter ‘loopt’ of dat je taal- en spelfoutjes eruit haalt. Feedback van anderen is daarbij waardevol. Nog steeds kan ik daarvan eerst in de war raken of van mijn stuk, maar als ik het laat bezinken, haal ik eruit wat ik kan gebruiken en wordt mijn tekst daadwerkelijk beter leesbaar.
Ik ben overigens wel van de regeltjes, dat is het tegenstrijdige. Van zuster Leonie, die ik in de zesde klas lagere school had, leerde ik ooit dat je samengestelde woorden zoveel mogelijk aan elkaar moest laten. Dus niet: woorden die samen zijn gesteld, maar: woorden die zijn samengesteld. Ik weet dat mij dat soort dingen in teksten altijd opvallen. Als ik zelf schrijf, probeer ik dat dus ook te voorkomen.
Regeltjes kunnen je ook in de weg zitten. Ik heb mijn pianoboek pas kunnen componeren, toen ik besloot om me niets aan te trekken van wat ‘hoorde’, maar vanuit mijn hart te schrijven. De muziektheorie die ik in de loop van de jaren had geleerd, paste ik vanzelf toe. Maar het werd vooral: wat ik mooi vond. Vind. Want ik vind de stukken nog steeds erg geslaagd.
Tijdens dat componeren werkte het eigenlijk net als met schilderen: er ontstonden thema’s, variaties, vorm… en laagje voor laagje vormde dat steeds een stuk. Schrappen, aanvullen, spelen, luisteren. En achter mijn computer, tijdens het overzetten in Sibelius, ook nog loopjes en ritmes bedenken. Wat was dat een mooi avontuur!
In dat pianoboek komt alles eigenlijk samen, want ik heb de muziekstukken aangevuld met afbeeldingen van schilderijen, tekeningen van Panda en Beer en zelf geschreven teksten.
Ik mocht het afgelopen zomer spelen op de Steinway van Agatha Christie, in haar zomerhuis in Dartmoor. Gewoon, terwijl er bezoekers van dat huis rondliepen en soms bleven staan luisteren. Heel spannend, maar vooral heel fijn om te doen. Alles valt dan weg om mij heen. Het is dan ‘ik en mijn muziek’. Dat kan ik dus nog en daar ben ik erg blij mee.
Pianospelen, tekenen, schilderen, schrijven… het maakt dat mijn mond lacht en mijn hoofd dacht.
Ontdek meer van Making Things Bearable
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Geef een reactie